De man die de wereld in brand moest steken

Cvetko Popovic. Zijn naam doet vandaag nog maar bij weinigen een belletje rinkelen. Maar op 28 juni 1914 wilde Popovic een bom gooien naar de wagen waarin Aartshertog Franz Ferdinand en zijn vrouw Sofie zaten. Zijn poging mislukte. Enkele uren later trok een kompaan van Popovic, Gavrilo Princip, zijn revolver en vermoordde het echtpaar. De aanslag ging de geschiedenis in als de directe aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog.

In 1971 werkte Popovic als curator van het Etnografisch Museum in Sarajevo. Dat academiejaar ontmoette hij elke week een buitenlandse geschiedenisstudente, een Belgische van amper 21, en vertelde hij openlijk over de Zwarte Hand, de organisatie die achter het moordcomplot zat en zijn eigen rol in de aanslag. Of hij nooit spijt had, vroeg ze de stevige, oudere man met dikke bril. Telkens antwoordde hij: "Wat goed is voor Servië, is goed. Ik zou het opnieuw doen."

'De man die de wereld in brand moest steken' neemt je mee op een fascinerende reis naar het voormalige Joegoslavië voor een excursie in de wereld van het internationale terrorisme. Historica en slaviste Hilde Eynikel doet in dit boek verslag van haar gesprekken met Popovic en schetst het portret van de terrorist bij wie ze wekelijks op de thee ging.