Eversteijn

Rotterdam 1970, Cor Eversteijn herenkapper, gekleed en gekapt als een rock-ster is ook een bokser met een wervelende stijl en een linkse als een bliksemschicht. Cor Eversteijn was kampioen in de dancing en kampioen in de ring. Dan valt er een schaduw over de jonge vader, het bokstalent, het roekloze feestbeest en hij verdwaalt in drugs, drank en twijfels.

In 1978 slaagt hij er in een legendarische comeback te maken. Hij wordt opnieuw kampioen van Nederland en in 1982 zelfs kampioen bij de profs. Het is onmogelijk om niet te houden van deze aanstekelijke vechter, de kwajongen met het levensgrote gat in zijn ziel.
Het moment van de waarheid komt in het voorjaar van 1983. Na een griezelige zware knock-out wordt Eversteijn verbannen uit de ring. Hij blijft trainen en loopt razendsnelle marathons. Soms sluit hij zich op om zijn angsten en twijfels met drank het zwijgen op te leggen. Eind 1983 wordt hem dat fataal, na weer zo'n dagenlange verdwijning vinden zijn vrienden hem dood in zijn bed.

Carel van Hees, fotograaf en filmer raakte eind jaren zeventig bevriend met Eversteijn en legde als jonge fotograaf Everstelijns wederopstanding vast. Hij vertelt het verhaal van de charisma- tische Rotterdamse bokser, niet alleen door zijn eigen fotowerk te tonen, maar ook door gebruik te maken van materiaal uit archieven van familie en vrienden en interviews met nabestaanden.

Het is het verhaal over de ongrijpbaarheid van vriendschap en het leven in extremen. Op een directe en gevoelige manier toont Van Hees dat dit korte en heftige leven geen exotisch avontuur was, maar een moedige worsteling tussen talent en onvermogen, vrijheid en verantwoordelijkheid, roem en eenzaamheid. We kunnen genieten van het lef en de levenslust in deze beelden, en geraakt worden door de invoelbare tragiek. Het resultaat bestaat uit een monumentale tentoonstelling in het museum Boijmans van Beuningen en een dik boek.