Gewoon maar Geniaal

Heinz Polzer, Drs. P, bekleedt een unieke plaats in het landschap van Nederlandse schrijvers en tekstdichters. Er is vrijwel geen landgenoot die nog nooit heeft gehoord van de elkaar naar het leven staande tantes Constance en Mathilde. En ook de trojkabestuurder die zijn kinderen voor de wolven gooide en de voortdurend heen en weer varende veerman mag men gerust rekenen tot iconen van het Nederlandse levenslied. En zij vormen nog maar een miniem deel van het totale oeuvre van Drs. P dat mogelijk wel uit meer dan duizend teksten bestaat.
Maar er is veel meer: sinds zijn eerste boek, het Less - en zangboekje voor belangstellende door een kindervriend dat verscheen in 1953, was de doctorandus verantwoordelijk voor vele tientallen publicities over de meest uiteenlopende onderwerpen. Natuurlijk over het light verse, zijn grote passie, maar ook over andere meer wereldse zaken.
In Gewoon maar Geniaal beschrijft hij een kleine dertig uitvindingen die precies dat zijn wat de titel aangeeft: heel gewoon, maar tegelijkertijd buitengewoon geniaal. Zoals het elastiekje, de paperclip en de lucifer, alledaagse artikelen, die soms het resultaat zijn van noest denkwerk, dan weer het gevolg van een flits van inspiratie. Polzer heeft elke uitvinding diepgaand bestudeerd en trakteert ons pagina na pagina op in luchtig proza verpakte en altijd verrassende achtergrondinformatie.