Het verhaal van de architectuur

Het gaat over nieuwe bouwwerken, allicht, en hoe deze, in het beste geval, de weg van de architectuurgeschiedenis plaveien. Het verhaal voert de lezer langs Europese historische steden en naar moderne Amerikaanse, zoals New York, Chicago en Atlanta. Een groots opgezet vijfluik is gewijd aan Japan, aan het massale gekkenhuis Tokio en aan de Japanse architect die, als inventief ruimtewoekeraar, een piano in een zakdoek kan verpakken. Er zijn gedroomde verhalen, bijvoorbeeld van een hilarische congresdag met internationale sterarchitecten, Rem Koolhaas voorop. En er zijn persoonlijke herinneringen die aantonen dat architectuur onontbeerlijk is als het gaat om het terughalen van het verleden. In al zijn diversiteit berust het verhaal van de architectuur uiteindelijk op één hecht fundament: de kunst van het kijken _ een kunst die de schrijver tot in de finesses beheerst.