Londen, spookstad

Zomer van 1854. Cholera heeft Londen in zijn greep. Met meer dan twee miljoen mensen is het een wereldstad, maar zonder de infrastructuur voor het verwijderen van vuilnis, het leveren van schoon water en zonder riool is ze de ideale broedplaats voor vreselijke ziektes. Als hun buren overlijden, komen twee mannen in actie: de geestelijke Henry Whitehead, wiens geloof in God door de willekeur waarmee de ziekte zijn slachtoffers kiest een knauw heeft gekregen, en dr. John Snow, wiens ideeën over besmettelijke ziektes door de wetenschappelijke wereld terzijde zijn geschoven. Zoals in Oesters van New York van Mark Kurlansky wordt in Londen, spookstad de geschiedenis van een stad meeslepend verteld: de uitbraak en de verspreiding van een epidemie en de wanhopige pogingen deze tegen te gaan. Londen, spookstad leest als een adembenemende medische thriller.

Steven Johnson laat zien dat een epidemie aan de basis van onze moderne metropool staat en hoe wetenschappelijk begrip zich kan ontwikkelen in de meest vijandige omgeving.