Uitgevers | Kluwer, Wolters Kluwer Nederland B.V. |
Uitgavejaar | 2006 |
ISBN | 9013039294 |
ISBN13 | 9789013039290 |
Taal | Nederlands |
Type | Hardcover |
De overheid maakt zich zorgen over de toenemende 'claimcultuur' in ons land, terwijl burgers en hun rechtshulpverleners zich erover beklagen de weg kwijt te raken in het woud van bestuursrechtelijke procedures waaruit de overheid uiteindelijk telkens als overwinnaar tevoorschijn komt. Ook voor gespecialiseerde juristen is het vaak lastig te voorspellen of de overheid aansprakelijk gehouden zal worden voor haar optreden. Deze onvoorspelbaarheid heeft enerzijds als oorzaak dat men het er wel over eens is dat overheidsoptreden niet zonder meer op dezelfde wijze beoordeeld kan worden als dat van een particulier, en anderzijds dat niet duidelijk is op welke wijze het dan wel moet. Bij overheidsbesluiten is een complicerende factor dat - anders dan bij particulieren - het overheidsoptreden vaak door twee rechters beoordeeld wordt: de bestuursrechter en de burgerlijke rechter. Dat geeft aanleiding tot allerlei processuele complicaties, waarover de laatste jaren veel geschreven is, mede door de invoering van de Algemene wet bestuursrecht in 1994. Het materiƫle aansprakelijkheidsrecht ('Moet de overheid betalen?'), dat in deze wet niet is geregeld, is daardoor wat op de achtergrond geraakt. Dit boek beoogt die leemte te vullen. Uitgangspunt is de opvatting van de wetgever dat de aansprakelijkheid van de overheid in beginsel aan de hand van dezelfde maatstaven wordt bepaald als die van de burger. Voorwerp van onderzoek is vervolgens welke mogelijkheden het materiƫle recht de rechter biedt om rekening te houden met de bijzondere positie van de overheid, en waar regulering van de besluitenaansprakelijkheid niet mogelijk is zonder ingrijpen van de wetgever.