Bewegen en samenleving / druk 1

Waarom dit katern?
Het aantal sporten waaruitje kunt kiezen wordt steeds groter. Sporten kun je op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld op een sportvereniging, met vrienden, in de vakantie en wel of niet in wedstrijdverband. Bovendien hebben mensen steeds vaker op verschillende momenten vrij. Ook zie je dat er steeds meer geld wordt besteed aan vrije tijd, waaronder aan sport. Kortom, de mensen moeten steeds meer keuzes maken In dit katern leer je bewuster kiezen uit een groot sportaanbod voor nu en in de toekomst.

Wat ga je leren?
Je kunt: deelnemen aan verschillende soorten bewegingssituaties de deelname aanbewegingssituaties afstemmen op je mogelijkheden en eigen wensen en op die van anderen op grond van je persoonlijke vraag een bewuste keuze maken uit het aanbod van sport en bewegen voor nu en in de toekomst de verschillende mogelijkheden voor deelname aan sport en bewegen aangeven.

Wat moetje daarvoor
In dit leskatern wordt een koppeling gelegd naar het sport keuzeprogramma op jouw school. Je werkt in dit leskatern via een aantal individuele en groepsopdrachten toe naar een eindopdracht. Alle opdrachten hebben betrekking op de vragen 'Wat wil ik? 'en' Wat kan de sport mij bieden? 'In opdracht 10, de eindopdracht, formuleer je een advies over je huidige en toekomstige sportdeelname. Daarnaast zijn er in het katern twee extra opdrachten opgenomen in de vorm van het maken van twee werkstukken: 'Mijn favoriete sport'en 'Onderzoek bij een sportvereniging of instelling'. Van je docent* hoor je welke opdrachten en eventueel welke werkstukken je moet maken.

Studielast
Opdrachten 1 tot en met 9 beslaan ongeveer twintig minuten per opdracht. Deze opdrachten worden (deels) binnen de reguliere lestijd verwerkt. Opdracht 10, de eindopdracht, wordt buiten de reguliere les in zelfstudietijd gedaan. Opdracht 10 heeft een studielast van 100 minuten. Werkstuk 1 heeft een studielast van 400 minuten en werkstuk 2 een studielast van 600 minuten. De totale studielast is afhankelijk van het aantal opdrachten.

Bij enkele opdrachten is er een directe koppeling naar de praktijklessen. Opdracht 2 is bijvoorbeeld gekoppeld aan een les terugslagspelen. Vanuit opdracht 3 wordt de inhoud van drie vervolglessen bepaald. Ten slotte biedt deze lessenserie het Zweedsloopspel, een loopspel met quizvragen, dat ongeveer vijftig minuten duurt. Informatie hierover krijg je van je docent. Je neemt deel als beweger aan alle lessen. Hoe dit wordt beoordeeld, bepaalt de docent.
Daarnaast worden de uitwerkingen van de opdrachten beoordeeld. Je bent zelf verantwoordelijk voor het uitwerken van de opdrachten. Dit betekent dat iedere leerling zelf aantekeningen en verslagen maakt. Daarnaast werkje bij een aantal opdrachten samen met andere klasgenoten.

De opdrachten 1 tot en met 9 gelden als voorbereiding op de eindopdracht 'Mijn sportadvies' Voordat je de eindopdracht maakt, moetje de opdrachten naar behoren hebben verwerkt. Over de eindopdracht wordt een eindoordeel (bijvoorbeeld onvoldoende -voldoende - goed) gegeven. Het is belangrijk dat je de informatie over je eigen sportvraag en het sportaanbod uit eerder gemaakte opdrachten in je advies verwerkt.