De oorsprong van het eigene

Van goede en foute archeologen. Dit boek laat de wisselwerking zien tussen archeologische kennis en politiek handelen. Hoe reageerden Nederlandse prehistorici in de jaren dertig, in de bezettingstijd en in de eerste naoorlogse jaren op de nationaal-socialistische belangstelling voor hun vakgebied? Hoe komt het dat veel van de archeologische propaganda voor het nationaal-socialisme totstandkwam in nauwe samenwerking met academische prehistorici?

De auteur geeft een overzicht van het tussen 1900 en 1950 verrichte wetenschappelijke onderzoek naar de Nederlandse pre- en protohistorie. Eickhoff schetst de maatschappelijke receptie van deze kennis en gaat via biografische schetsen in op de reactie van vooraanstaande prehistorici op het nationaal-socialisme. De idee dat het Germaanse verleden de toon zette voor de latere periodes van de nationale geschiedenis, had zowel in Nederland als in Duitsland een breed draagvlak. Ook wordt duidelijk dat nationaal-socialisten tussen 1933 en 1945 vooral toenadering zochten tot de modernste, op natuurwetenschappelijke leest geschoeide vormen van archeologiebeoefening. Het was tegen deze achtergrond dat Nederlandse prehistorici hun vakgebied in de bezettingsjaren - bewust dan wel ongewild - uitleverden aan het nationaal-socialisme.