Over angstige, verdrietige en onrustige kinderen

Zorgenkinderen: schuwe vogeltjes die het liefst op zichzelf willen zijn; rusteloze branieschoppers die iedere nacht uit een angstdroom wakker worden; kleine zeurders die altijd verongelijkt en uit hun humeur zijn - dat zijn de kinderen die het ons moeilijk maken en vooral: die het zelf moeilijk hebben. Veel kinderen hebben extra hindernissen te overwinnen voordat zij lekker in hun vel zitten. Ouders en opvoeders staan voor de moeilijke taak om hen daarin te begeleiden. Grenzen stellen, ruimte geven, veiligheid bieden spelen in dit proces een cruciale rol. Daardoor verovert het kind geleidelijk aan zelfvertrouwen, basisveiligheid, sensitiviteit en innerlijke vrijheid. Het leren van deze vaardigheden gebeurt in eerste instantie via het lichaam. Je kunt spreken van het ontwikkelen van heel bepaalde zintuiglijke oriëntaties. In dit boek worden de vier meest elementaire zintuigen behandeld, die ons de basisuitrusting bieden waarop we de rest van ons leven voortbouwen: tastzin, levenszin (dieptezin), bewegingszin en evenwichtszin. Wat gebeurt er bijvoorbeeld wanneer het evenwicht zwak ontwikkeld is? Hoe voelt, dit voor het ^kind zelf? Tot wat voor gedrag leidt het? En hoe kun je als ouder of opvoeder je kind over zo'n barrière heen helpen, zodat het steviger in zijn schoenen komt te, staan?